Nederlandstalig koor de Rodoni’s
uit Zierikzee
De middagzon scheen op zijn bruine huid
Zijn strohoed was hem veel te groot
Hij sliep languit en zag er vredig uit
Hij had geen huis, alleen een boot
En zovelen bleven even naar hem kijken
En zovelen hadden graag met hem geruild
De oude man en de zee
Daar waar de tijd
Zo traag in eeuwigheid verglijdt
Op hun eiland met de golven mee
De oude man en de zee
Blijven voortaan
Mij steeds spontaan voor ogen staan
Afscheid nemen viel voor mij niet mee
De oude man en de zee
De avond bracht ik altijd bij hem door
Zijn wijn en vis was ook voor mij
De oude liedjes zong hij mij dan voor
De avond ging te gauw voorbij
En zijn net was altijd voller dan bij anderen
Maar de meeste vissen liet hij toch weer vrij
De oude man en de zee
Blijven voortaan
Mij steeds spontaan voor ogen staan
Afscheid nemen viel voor mij niet mee
De oude man en de zee
De zomersproeten zijn nu van mijn huid
Verbleekt, ze zijn bijna vervaagd
de oude man verdween en ook zijn schuit
vergeefs heb ik naar hem gevraagd
Hij was samen met zijn schip in zee gezonken
Want hij bracht voor een keer teveel vissen mee
De oude man en de zee
Daar waar de tijd
Zo traag in eeuwigheid verglijdt
Op hun eiland met de golven mee
De oude man en de zee
Blijven voortaan
Mij steeds spontaan voor ogen staan
Warm omarmd rusten met zijn twee
De oude man en de zee